Samenvatting
Esther is 10 jaar oud als ze hoort dat haar vader is overleden. Jan Blaaser is op dat moment één van de meest geliefde en bekendste artiesten van Nederland. Nu ze volwassen is vraagt zij zich af of zij zich in hem zou herkennen als ze hem in het echt zou ontmoeten, wat voor leven hij leidde voordat hij haar moeder ontmoette, maar vooral: hoe kan een man die al het succes had als artiest, een vrouw die van hem hield en een jong dochtertje achterlaten en eenzaam sterven in een appartement? Ze beschrijft de gesprekken die zij voerde met collega’s, vrienden en familie van haar vader, maar ook over de worsteling die zij persoonlijk doormaakt nu oude weggestopte pijn naar boven komt en ze weer dochter van is. Ze interviewde ruim veertig mensen waaronder André van Duin, Joop van den Ende, Carry Tefsen, Jacques d’Ancona, Willeke Alberti, Willibrord Frequin en Tonny Eyk. Naast het persoonlijke verhaal schetst het een unieke periode uit de Nederlandse theater- en filmgeschiedenis.