Samenvatting
Ancius Manlius Torquatus Severinus Boëthius (480-526) schreef De vertroosting van de filosofie (De consolatione philosophiae) in de kerkers in Pavia, in afwachting van de uitvoering van het doodvonnis wegens hoogverraad dat over hemwas uitgesproken. In de vijf boeken die het werk telt, behandelt hij belangwekkende filosofische kwesties als de rol van de fortuin, de mogelijkheid van het Godsbewijs en het probleem van de vrije wil.
De invloed van zijn werk was groot, wat blijkt uit het buitengewoon grote aantal overgeleverde manuscripten, en uit het indrukwekkende aantal vertalingen dat vanaf de negende eeuw is verschenen. De vertroosting van de filosofie vormt een cruciale schakel tussen de literaire cultuur van de late Oudheid en de Middeleeuwen en geldt tot op de dag van vandaag als een klassieker uit de filosofische wereldliteratuur.
Deze uitgave is vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door R.F.M. Brouwer. Hij was als leraar klassieke talen verbonden aan het Vossiusgymnasium te Amsterdam en heeft zich verder gewijd aan het vertalen van o.a. Dante’s Goddelijke komedie, Vergilius’ Bucolica en Lucanus’ Bellum Civile.