Fragment
Hoofdstuk 1: Een slechte recensie
Het licht scheen op het gouden horloge van Joshua de Santios, een erfstuk van zijn vader. Joshua zag dat het al half twee s ´middags was. Hij sleepte zijn grote lichaam uit het bed naar de badkamer en bracht zijn hoofd onder de koude kraan om de hoofdpijn te laten verminderen. Na het poetsen van zijn tanden om de smaak van goedkope wijn van de vorige dag te laten verdwijnen pakte hij zijn halfvolle pakje sigaretten en stak er een op. ´Wanneer gaan we stoppen …. ´ mompelde hij tegen zichzelf. Martha had een ontbijt klaargemaakt, hoewel dat ondertussen een lunch was geworden. Gebakken eieren met spek en kleine pittige uitjes uit het zuiden van het land. Wat een geluk om een goede huishoudster te hebben! Jammer genoeg voelde hij zich te misselijk en liet het eten staan. Hij dronk alleen een glas sinaasappelsap, maar door zijn trillende hand morste het sap op zijn half grijze baard. Op het moment dat hij het sap van zijn baard had geveegd ging zijn mobiel af. Louis, altijd net op tijd … Aan de andere kant van de lijn begon een man met een hoge stem Joshua uit te schelden, tussendoor naar adem happend. Joshua liet zijn uitgever een tijdje praten zonder dat hij inging op de vloeken die naar zijn hoofd werden geslingerd. Hij wist ondertussen dat je Louis niet moest onderbreken als hij boos was.
Die was na tien minuten klaar met klagen en toen pas kon besproken worden wat Joshua de komende maanden zou gaan doen. Er stond al een tijdje een boek op het programma met recepten die door generaal Mendoza lekker werden gevonden. Joshua had de man een paar keer ontmoet in de afgelopen vijftien jaar dat deze aan de macht was. De generaal was alles wat Joshua niet was: klein, slank en in topconditie. Maar hij was ook een driftkikker, zoals er in Zuid-Amerika wel meer rondliepen.
De generaal had geen humor, of beter gezegd: hij begreep humor niet. Toen hij door een satirisch programma was uitgeroepen tot de meest favoriete dictator van Zuid-Amerika verdwenen de acteurs voor vijftien jaar in de gevangenis en moest de schrijver van het stuk naar de Verenigde Staten vluchten om niet geëxecuteerd te worden wegens hoogverraad. Joshua had het wel grappig gevonden, de grap, maar niet de gevolgen die dit veroorzaakte. Louis had hem verschillende keren gewaarschuwd geen grappen te maken in het bijzijn van de generaal. Dat had Joshua beloofd, hoewel hij niet wist of hij zich aan deze belofte zou houden als hij dronken was.
Nadat hij het gesprek had beëindigd liep Joshua naar zijn schrijverstafel in de kamer naast zijn slaapkamer. Op een eenvoudige laptop typte hij al jaren zijn kookboeken en recensies van restaurants. Na een uur hard doorwerken had hij tien pagina’s geschreven, die hij morgen door de editor en door Louis zou laten lezen. Zijn uitgever klaagde dat Joshua steeds langzamer was met het aanleveren van de teksten en dat het steeds moeilijker werd om de boeken te publiceren als de lezers van zijn boeken er niet op konden rekenen dat die op tijd werden uitgegeven. Op de rand van het bureau waar zijn laptop stond zat een klein beeldje van Joshua met een dikke buik en een lange baard. Iemand had erop geschreven: ‘voor de grote jongen’.
Joshua had altijd moeten lachen om de bijnaam die zijn broer Antonio hem had gegeven en die hij bij al zijn boeken en recensies gebruikte. Zijn broer, die al tien jaar in de Verenigde Staten verbleef met zijn vrouw en drie zoons. Zijn neefjes moesten ondertussen 13, 15 en 17 jaar oud zijn. Het laatste contact was via een gemeenschappelijke vriend geweest, maar dat was jaren geleden. Joshua wist dat het te gevaarlijk was om een vijand van het volk te bellen, want de geheime dienst van de generaal luisterde overal mee.
×