Fragment
… Priemende ogen kijken hem aan. Hij kan er niets aan doen, hij kan totaal geen weerstand bieden tegen het vuur dat uit haar ogen vlamt. Haar donkere lange haren, haar zwart omrande blauwe ogen, die magische ogen die mannen op hun knieën dwingt. Haar volle mond en bleke huid, ze is mooi, magisch mooi. Vanaf het eerste moment dat hij haar had gezien was hij verkocht geweest, en ze had het gezien. Zij ziet dat, ze weet het, ze weet welke macht ze heeft over mannen en het kan hem geen ene reet schelen dat hij niet de enige is. Het enige wat hij wil is haar en de wereld eromheen kan hem gestolen worden. Ze begint te glimlachen, ze leest zijn gedachten, ze speelt met zijn gevoel. “Nu niet schat,” zegt ze, en loopt rustig weg, hem vertwijfeld achterlatend.
Wat is dat toch met die vrouw? Hij kijkt hoe ze langzaam uit zijn zicht verdwijnt en ze niets meer is dan een herinnering, een droom die hem deze nacht zal plagen weet hij…
×