Fragment
In de Volkskrant van 17 januari 2004 werd een opmerkelijk vondst gemeld: tijdens de opgravingen in Sakkara in de tombe van Maja (de verzorgster van Toetanchamon) vonden de archeologen een compleet skelet van een leeuw. Volgens de opgravers gaf dit aan dat delen van tombes van de Achttiende en de Negentiende dynastie opnieuw gebruikt werden als kat-catacomben. En “hoewel begraven in de tombe van een vrouw van de XVIIIe dynastie (ongeveer 1430 v.Chr.), behoort het dier tot de latere Boe-bastische catacomben verbonden met de cultus van dieren die zo belangrijk was in het Late en Hellenistische Egypte.”
Maar het Late en Hellenistische Egypte begon, volgens de conventionele geschiedenis, in ongeveer 725 v.Chr. met de Ethiopische (Vijfentwintigste) dynastie.
Werd het graf van Maja dan werkelijk na 700 jaar heropend om hierin de leeuw te begraven of is het mogelijk dat Maja gelijktijdig met de leeuw werd begraven in het Late en Hellenistische Egypte?
×