Samenvatting
De laatste grens neemt de lezer mee op een lange, ruige tocht van Sámiherders en hun rendieren. Door Sápmi – land van het ‘laatste oervolk van Europa’ – naar Magerøya in het hoge Noorden, ‘de uiterste grens van Europa’. Opgejaagd door brullende snowmobiles snellen duizenden rendieren met kletterende hoeven over hard bevroren sneeuw door verblindende sneeuwlandschappen. Door gierende wind, bijtende kou, dagenlang, nachtenlang. Karin Anema reist met hen mee. Maar meer nog dan aan de natuur is ze overgeleverd aan de grillen van haar menselijke gezelschap. Het veelkleurige wit van de hoogvlakte is het ijzige decor van Karin Anema’s even ijzige ontmoeting met een Sámifamilie. Uiteindelijk raakt ze ook aan haar eigen grenzen. De laatste grens is een fascinerend relaas en een ontnuchterende toevoeging aan het romantische beeld van ‘de laatste wildernis van Europa’.