Samenvatting
Tegenwoordig weet bijna ieder schoolkind dat een niet onbelangrijk deel van de etnische conflicten op het Afrikaanse continent te maken heeft met de kortzichtige rechtlijnigheid waarmee koloniale machten er de grenzen tussen landen bepaalden. Niet zelden ging dat met potlood en liniaal dwars door traditionele stamverbanden heen. Het gevolg was dat gescheiden werd wat lange tijd een eenheid vormde, met alle dramatische consequenties van dien. Ook in menige euregionale context speelt iets dergelijks zij het op doorgaans subtielere wijze. Wie zich verdiept in de historische achtergronden van bijvoorbeeld Nederlands- en Belgisch Limburg, de Duitstalige gemeenschap van België, de regio Aachen en de provincie Luik, ontdekt dat die vaak meer met elkaar gemeen hebben dan met de nationale eenheden waar ze ‘toevallig’ deel van uitmaken. De grenzen zoals we die nu kennen, werden in belangrijke mate bepaald door het Congres van Wenen in 1814/1815, dat gedenkwaardige jaar waarin Europese machthebbers ‘dansten’ rondom de inrichting van het toekomstige Europa.