Fragment
Na een recht stuk van ongeveer een kilometer maakt de weg een slinger naar rechts. Ik ga voor een boerderij langs en vervolg mijn weg over twee houten bruggetjes. Niet uitglijden! Ze zijn soms glad. Verderop stopt de betonweg. Rechtsaf volg ik een geasfalteerde B-weg. Een dikke Duitse auto drukt mij zowat de berm in. Ik verwens hem maar laat mijn humeur er niet door verpesten. Bij de brug heeft iemand zijn auto aan de kant gezet en zit te vissen. We groeten elkaar. Over de brug ga ik niet over het fietspad, dat is onnodig oversteken. Nu is het nog rustig met verkeer dus kan ik met een gerust hart op de weg blijven lopen. Een centrum heeft het plaatsje W. niet echt, maar de plek waar ik nu loop zou in de buurt kunnen komen. Ook omdat het dorpscafé hier is en de woningen wat dichter op elkaar staan. Geen koffie nu voor mij echter, daar is thuis wel weer gelegenheid voor als ik terug ben. Koffie thuis is geen probleem. Maar buiten de deur en in de stad iets bestellen is van een andere orde. Op de vraag “Wat had u gehad willen hebben?”. Antwoord ik altijd: “koffie met een klein beetje melk alstublieft”. Dan begint het, een vriendelijk ogende jonge dame somt het assortiment even op: cappuccino, espresso, latte macchiato, koffie verkeerd, lungo, café mocca, Wiener melange en ga zo maar door. Een enorme rits maar daar zit dus geen ‘koffie met een beetje melk’ tussen. Als ik hier naar vraag gaat ze met een moeilijk gezicht op haar touchscreen kijken. En maar tikken, en maar steeds ingewikkelder kijken. Tenslotte bijt ze me verwijtend toe dat er geen gewone koffie wordt geschonken in een gelegenheid als deze. Geen ordinair bakje zwarte drab in deze hippe tent. “Doe dan maar een cappuccino”, verzucht ik. Hè, hè, een cappuccino voor die boerenkinkel, lijkt ze te denken. Maar dan zijn we er nog niet. “Wilt u groot, medium of klein?”, vraagt ze. Wat wil ik groot, medium of klein? Denk ik. De cappuccino, vult ze aan. Hoe groot is groot? Lijkt mij een vraag die logisch is. Ze loopt weer terug naar de bar en laat mij iets zien dat op een flinke soepkom lijkt. Absurd, veel te groot. Maar omgerekend per liter wel financieel aantrekkelijk. Nu ze toch zo mooi bezig is durf ik ook nog wel te vragen hoe groot klein dan is. Ietwat geïrriteerd wordt mij nu een espressokopje gepresenteerd. Dat is ook niks. Veel te klein. Zoiets gaat mijn darmen niet prikkelen. Medium wordt het dus. Een gewoon kopje noemen wij dat thuis. Dan thee. Mijn vrouw wil graag thee. Dit is geen etablissement waar men gewone theezakjes gebruikt, denk ik. “Wilt u thee met een smaakje?”, wordt gevraagd. “Natuurlijk”, denk ik. Thee zonder smaak is warm water en dat drink ik nou juist liever koud. Zoals verwacht is ook qua thee de keuze weer reuze. Venkelthee, rozenbottelthee, muntthee, brandnetelthee, gemberthee, citroenthee het houdt niet op. Omdat mijn echtgenote niet zo gecharmeerd is van takken en struiken in haar theeglas speelt ze op safe en kiest voor citroenthee. Als alles bij ons aan tafel wordt gebracht blijkt mijn cappuccino prima. De thee bestaat uit een glas warm water met enkel een schijfje citroen, hip hoor. Nog iets erbij? Appelgebak natuurlijk, dat is simpel. Met biologische slagroom.
×