Samenvatting
In 1984 – lang vóór de Eerste Golfoorlog – reist Lieve Joris vier maanden door Saoedi-Arabië, de Emiraten, Qatar, Bahrein en Koeweit, landen die door de olierijkdom uit hun slaap zijn gekust. Zij ontmoet bedoeïenen die hun tenten verruild hebben voor luxevilla’s, eenzame studentes die Emily Dickinson lezen, jongemannen die in Amerikaanse auto’s door de stad rijden maar niet weten waar naartoe. Twintig jaar later getuigt dit boek van een voorspellende kracht: de snelle ontwikkelingen in de Golf staan haaks op de traditionele familieverhoudingen, en meerdere Golf-Arabieren praten met bezorgdheid over het religieuze fanatisme dat aan de horizon gloort.