Fragment
In Nederland is er de laatste jaren veel aandacht uitgegaan naar de mogelijkheid van levensbeëindiging bij psychisch lijden, bij dementie en in situaties van voltooid leven. Maar hoe kunnen we zeker weten dat iemand daadwerkelijk uitzichtloos en ondraaglijk lijdt in deze gevallen? En hoe weten we dat de doodswens van de betrokkene autonoom is? Zijn dit geen situaties waarin dit zeer lastig te bepalen is? Leert de bespreking van "De enige waarheid", "Het refrein is Hein" en "Moedermelk" niet juist dat we sceptisch moeten staan tegenover het vermogen om het lijden en de eigenlijke wens van een persoon vast te stellen? En is het – "De kaart en het gebied" en "Rosalie gaat sterven" in ogenschouw nemend – überhaupt niet raadzaam om te accepteren dat het sterven niet volledig maakbaar is, om afhankelijkheid van anderen te omarmen in plaats van te verwerpen en om in te zien dat de dood afdwingen geen recht doet aan de fundamentele waarde van het leven
×