Fragment
Beste lezer(es),
Dit woord ter inleiding open ik met een anekdote. Twee jonge studenten ontmoeten elkaar in de grote
hal van station Utrecht-Centraal. Vanwege hun gemeenschappelijke, tropische uiterlijk stappen ze op
elkaar af en maken kennis met elkaar. “Hallo, mag ik mij voorstellen, ik ben Johny Pormes en hoe
heet jij?” “Dave Pelmelay”, antwoordt de andere student. “Hé, ben je van Pelmelay, dan komen je
ouders uit Indonesië.” “Ook toevallig, mijn ouders komen ook uit Indonesië. Uit één van de eilanden
op de Molukken. Dat eiland heet geloof ik Serua, maar waar het ligt, weet ik niet, ik heb het een keer
aan mijn moeder gevraagd, maar zij kan me ook niet vertellen waar het precies ligt”, zegt Johny.
“Volgens mijn vader is Serua één van de TNS-eilanden, maar hij kan me ook niet veel meer over de
geschiedenis van dat eiland vertellen, want daar wonen al heel lang geen mensen meer”, zegt Dave.
“Weet je wat we gaan doen” zegt Johny, “laten wij het samen gaan uitzoeken”. Daarop zegt Dave:
“Ja, laten wij dat doen, het mag toch niet gebeuren dat wij als vierde generatie Zuid-Molukkers hier
in Nederland niet meer weten waar wij oorspronkelijk vandaan komen!”. Zo gezegd, zo gedaan en,
na wat navragen, komen zij achter het bestaan van dit boekwerk. Hierin vinden Johny Pormes en Dave
Pelmelay antwoorden op hun vragen over hun afkomst.
Dit is een anekdote van twee studenten in Nederland die op zoek zijn naar hun afkomst, hun ‘roots’.
Mijn naam is Mozes Workala, ik ben geboren in het huis ‘Rum’Masu’ in het dorp Djerili, op het Zuid-
Molukse eiland Serua, één van de drie TNS-eilanden in Indonesië. De naam Serua heeft ook een
betekenis. Dat wordt later uitgelegd. TNS is de afkorting voor de eilanden Teon, Nila en Serua. In
1978 zijn de inwoners van deze eilanden naar Waipia op Ceram getransmigreerd. De gedwongen
verhuizing gebeurde op last van de overheid vanwege een te verwachten vulkaanuitbarsting. Na een
moeilijke beginperiode hebben de inwoners van de eilanden zich in hun nieuwe woonlocaties op
voorbeeldige wijze weten te integreren.
Op dit moment is het eiland Serua officieel verlaten, maar de eigendomsrechten blijven in handen van
de families. Tweemaal per jaar gaat een veertig- tot zestigtal mensen in prauwen (oftewel zeilbootjes)
en motorbootjes naar Serua om de oogst binnen te halen en keert dan terug naar Waipia. Dit noemen
zij ‘pannen’ (zie verder hoofdstuk 16). Op toerbeurt blijft een deel van deze mensen op het eiland
achter om het te bewaken.
×