Samenvatting
In 1624 dient de bosmeester van Gelre, Daniel 't Zas, een verzoek in om een heideveld bij Bennekom voor zichzelf te mogen gebruiken. Bennekomse boeren zijn het hier niet mee eens en maken bezwaar. Het is een fijn veld dichtbij het dorp, wat ze intensief gebruiken voor hun schapen. Ook halen ze het liefst heideplaggen van dit veld voor in hun potstal. 't Zas krijgt toch toestemming het veld te gebruiken mits hij voldoende afstand houdt van de openbare weg. Acht jaar later dient hij weer een verzoek in om een tweede veld te mogen gebruiken. Weer maken de Bennekomse boeren bezwaar. Na een proces dat vier jaar duurt, krijgt 't Zas toestemming, mits hij genoeg ruimte tussen de twee velden houdt zodat een schaapskudde er tussendoor kan. In dit boek kijken we hoe het heideveld er uit zag rond 1600, waarvoor de boeren het gebruikten en waarom het zo belangrijk voor ze was. Daarna volgen we het proces. Vervolgens bekijken we wat er met deze velden is gebeurd na het overlijden van Daniel 't Zas. Tegenwoordig zijn de twee velden nog zichtbaar in het stratenpatroon van Bennekom.