Fragment
‘Oké. En wat gaan we dan tijdens die bijeenkomst doen?’
‘Eigenlijk niet zoveel. We creëren een leuk sfeertje door er bijvoorbeeld een paar sparrenboompjes neer te zetten in grote potten of emmers. Die sparretjes lenen we zolang van het bos. Ze ruiken heerlijk naar hars. Dat geeft al een bijzondere kick. We lezen alleen een paar duistere sprookjes voor en enkele bijpassende en zo onbegrijpelijk mogelijke gedichten, en we draaien daarbij een paar bekende popnummers, liefst een beetje psychedelisch. We gebruiken de sprookjes, de gedichten en de muziek als de handvatten om bij de deelnemers bepaalde sferen en gedachten op te roepen. En dan komt het belangrijkste: we lassen af en toe stiltes in. Dan vragen we de deelnemers bij zichzelf op zoek te gaan naar de pendant, de tegenhanger van de sferen en gedachten die de verhalen en de muziek bij hen hebben opgeroepen. Vergelijk het met de geluidsgolven van een bepaalde toon, die met een tegengeluid kunnen worden geneutraliseerd, zodat je de toon niet meer hoort. Ik noem dat annihileren, een term die is ontleend aan het Latijn. Dat weet je misschien nog van school. Als materie met antimaterie in aanraking komt, annihileren ze elkaar, heffen ze elkaar op. Dat kun je ook toepassen op gedachten die in je opkomen. Die kun je neutraliseren door tegengedachten op te roepen. Zie het als een vingeroefening in het zoeken naar de juiste balans in het leven, het zoeken naar een tegenwicht tegen extreme standpunten. Standpunten die een risico vormen voor een harmonieuze samenleving of een harmonieuze relatie. Dat zoeken naar het tegengeluid of tegenwicht stelt onze deelnemers in staat rimpelingen glad te strijken of zelfs het denken een kort moment uit te schakelen en af te dalen in het grote NIETS. Een bovenzinnelijke gewaarwording waardoor ze heel even aan het aardse bestaan kunnen ontstijgen door middel van het verdrongen perspectief van de sprookjes, de gedichten en de muziek die we ten gehore hebben gebracht. Begrijp je het nog, Johan?’
‘Nee, ik snap er helemaal niets meer van.’
‘Heel goed, dat is de bedoeling,’ stelde Dubbelaer hem gerust. ‘Pas dán kan de mystiek in volle omvang tot haar recht komen.’
‘Heb ik je nou goed begrepen dat volgens jou het zoeken naar de juiste balans in het leven, dus naar een tegenwicht tegen al te extreme standpunten, uiteindelijk tot NIETS leidt? Dat je daar met andere woorden niets mee bereikt?’
‘Ach Johan, dat moet je niet zo letterlijk nemen. Dat is maar bij wijze van spreken. Het gaat om een transcendente ervaring die we bij de deelnemers willen oproepen. Naderhand proberen we erachter te komen of het de aanwezigen is gelukt om tot het grote NIETS af te dalen en wat ze daarbij hebben gevoeld. Ik durf te wedden dat we allerlei interessante dingen zullen horen. Ik ben ervan overtuigd dat de bezoekers elkaar meeslepen, meezuigen in het NIETS en aan het eind van de bijeenkomst diep onder de indruk zijn. Ze zullen het als een voorrecht beschouwen dat ze deelgenoot zijn geweest van deze staat van bovenzinnelijke gewaarwording van het NIETS, zonder dat er alcohol, hasj of andere bewustzijnverruimende middelen aan de pas zijn gekomen. Dat ze aan de wieg hebben gestaan van een nieuwe betekenis en invulling van het begrip geestverruiming, die je met een beetje goede wil een nieuwe religie zou kunnen noemen.’
Dubbelaer begon er zelfs een beetje plechtig van te praten.
×