Samenvatting
De wereld overvliegen brengt je niet dichter bij de Aarde, stelt van Ool. Wie zijn band met de Aarde wil herstellen, doet dat via de Plek. Dat is een plaats in de natuur waar je vaak bent en juist doordat herhaald bezoek leer je de planten, dieren, de grond en de hemel pas echt kennen. Dat ‘kennen’ bedoelt Van Ool niet zomaar in de zin van je geeft de dingen een naam en dan zijn ze gekend. Allereerst gaat het uiteraard niet om ‘dingen’, maar om het leven om je heen. En dat bekijken we zo vaak door een filter van wat we er al over dachten, of wat ons gemoed ons ingeeft. Wat nou als we eens opnieuw proberen te kijken? En daarbij niets opleggen aan de natuur. Voor de auteur ging een wereld open en hij onderzocht wat anderen daarover schreven. Daarnaast neemt Van Ool ons mee naar landgoed S. Daar kwam hij al jaren, maar in de coronaperiode veranderde er iets. Het werd zijn Plek. De schrijver toont het bloemrijk grasland, waar de insecten zoemen en van ver de specht klinkt, waar je je heerlijk tegen een oude eik vlijt om al dat leven in te drinken. Terwijl hij het filosofische niet schuwt, wijst Van Ool ook op iets heel eenvoudigs: zet je zintuigen eens echt aan. Bij elk bezoek aan de Plek verdiept zich zo het contact en de auteur ‘burgert in’. En Van Ool ontdekt iets wonderlijks: hoe dat gekende telkens ook nieuw is. Ook verschenen: Het innige landschap Marcel van Ool (1970) schreef eerder over de landschappen van Van Gogh, Van Ruisdael en Mondriaan. Van die laatste kunstenaar schreef hij ook een biografie. Hij publiceerde een kritiek op de ruimtelijke ordening van ons land en bracht de 120-jarige geschiedenis van Staatsbosbeheer in beeld. In 2021 verscheen van zijn hand Het innige landschap, waarin hij voor het eerst het belang van de Plek verkende.