€ 23,50

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Bombyx mori

Dietske Geerlings • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Over de plankenvloer heeft Lott haar dode, net volwassen kind naar de hoek van de ruimte gesleept, voorzichtig, maar onhandig en niet zo netjes. Het kind was er niet meer om haar te helpen met verplaatsen. En daar ligt het nu, in de hoek van de kamer, terwijl door de muren heen de geluiden van buren klinken. Lott weet eigenlijk niet wat ze moet doen, maar ze roept niet om hulp, omdat ze niet wil dat vreemden aan haar kind komen. In plaats daarvan gaat ze weven met een zijden draad om het kind te bedekken.

    Het kind, dat in de grote stad op kamers is gaan wonen bij huisbaas Mahmood, reist in wanhoop per trein naar de moeder. In het hoofd is het chaos. Steeds weer gaan de gedachten naar Mahmood en naar Irina, het kleintje van Mahmood, dat zich op het verkeerde moment op de verkeerde plaats bevond.

    En dan is er tussen moeder en kind de droom, de droom over de bombyx mori.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 135mm x 200mm
    Aantal pagina's : 154
    Uitgeverij : dietske
    ISBN : 9789083181387
    Datum publicatie : 12-2024
  • Inhoudsopgave
    niet beschikbaar
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 23,50

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Ooit moeten de zeven huizen van de Havendwars­straat, de oneven nummers van drie tot en met vijf­tien, zijn los­ge­raakt in een of ander ste­den­bouw­­kun­dig plan. Misschien heeft een van de bewoners – dat moet dan wel Hans, van num­mer drie, geweest zijn – een protest aangetekend tegen sa­nering, en is de aanvraag nog niet in behandeling ge­no­men. Of wel­licht heeft hij de gemeente er zelfs van kunnen over­­tuigen dat de ogenschijnlijk bouwvallige rij een mo­nu­men­tale waarde heeft, vanwege de unieke details in de ge­vels. Inmiddels is de hele wijk gesloopt, maar een meter of twin­tig voor deze zeven zijn de bouw­machines ge­stopt. Als een losgezongen eiland schurken de scheve muren ar­moe­dig en net allemaal een beetje anders tegen elkaar aan. De stoep en een deel van de straat zijn er nog. Het ene eind is ver­­bon­den met de smalle hoofdweg die onder de spoortun­nel door naar het centrum leidt. Het andere loopt dood, komt nu uit op een braakliggend terrein, dat half af­ge­schermd is met hekken, waarvan er een paar al minstens een maand plat op de grond liggen. Aan de rand zijn ze be­gonnen met nieuwbouw. De hele dag door klinken hei­machines. Pas aan het eind van de middag, als het dreunen stopt, voel je tegelijk met de bevrijding een vermoeidheid over je heen komen.



Het zevende huis, dat net als het eerste aan één kant los­staat, is scheefgezakt. Als je vanaf de buitenkant naar het pand kijkt, kun je raden wat er gebeurt als je op zolder een knik­ker op de grond loslaat. Het maakt overigens niet uit wat er dan gebeurt. Geen van de huidige bewoners van de Ha­vendwarsstraat knikkert nog. Wat wel uitmaakt, is dat de wind vrij spel heeft op de hoek, en de kou niet meer uit het huis vertrekken wil.



In het zevende huis woont Lott



en



als je de moeder van een dood kind nog steeds een moeder kunt noemen, is Lott



nog steeds een moeder. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen