Samenvatting
'De Poetica' van Aristoteles 'Over poëzie' wordt meestal beschouwd als de verwoording van Aristoteles‘ gedachten over de bedoeling, de betekenis, en het omgaan met kunst, en dat is terecht, maar niet het hele verhaal. In 'Over poëzie' bespreekt Aristoteles met grotere ernst dan wie ook de uitermate invloedrijke opvatting dat kunst mimèsis, uitbeelding, is, en hij illustreert die opvatting vooral aan de Atheense tragedie, waarvan hij verder ook een gedetailleerde analyse geeft en in feite ook een historisch document opstelt dat veel over de geschiedenis en de praktijk van de tragedie vertelt dat ons anders zou ontgaan. Maar eigenlijk had Aristoteles in 'Over poëzie' een wijdere blik en probeerde hij te laten zien wat het belang van kunst in de samenleving zou kunnen zijn. Dit boek bevat een verantwoorde en sprankelende vertaling van 'Over poëzie' en uitgebreide aantekeningen die behulpzaam zijn bij het ophelderen van de technische details van de tekst. In het nawoord reconstrueert de auteur de discussie van Aristoteles met Plato en de esthetische en psychologische achtergrond van het werkje, aan de hand van een uitvoerige uitleg van dat ene opmerkelijke en alles samenballende zinnetje, waarin Aristoteles verzekert dat een tragedie eigenlijk probeert door toedoen van vrees en medeleven een katharsis van dat soort emoties te bewerkstelligen.