Samenvatting
Dit is het 48e deel van een serie transcripties uit het archief van het Ambt Nederbetuwe, namelijk van archiefnummer 1514 van het Regionaal Archief Rivierenland te Tiel, de inventarisnummers 93 (1655-1726), 94 (1655-1737) en 95 (1723-1797), aangevuld met enkele stukken uit inventarisnummer 328. Deze drie boeken volgen op elkaar, overlappen gedeeltelijk en zijn aanvullend onder het thema: Gerichtelijke Overgiften.
Uit de transcriptie blijkt dat deze nummers veel andere zaken bevatten, zoals volmachten, schuldbekentenissen, transporten, verkopingen en verkoopsvoorwaarden, gerichtelijke verklaringen, borgstellingen, donaties, advocaatskosten, verpachtingen, eedsafleggingen, waardebepalingen en andere gerichtelijke handelingen. Deze stukken horen merendeels niet in dit boek, maar behoren feitelijk thuis in de gerichtssignaten en resolutieboeken van het Hoogadelijk Landgericht van de Nederbetuwe, zoals in andere delen van deze Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe zijn opgenomen.
Anderzijds geeft deze diversiteit aan stukken en onderwerpen wel een boeiende inkijk in het dagelijks leven en gerichtelijk handelen. Daarbij springen enkele zaken in het oog. Het merendeel van de stukken komt voort uit de jaren 1655-1720, waarbij bijzonder opvalt dat veel mensen nogal wat financiële problemen kregen, hetgeen ook zal kunnen zijn veroorzaakt door de oorlogshandelingen.
In de periode vanaf 1720 komen meer en meer schuldbekentenissen aan de orde en verdwijnt de voornoemde diversiteit. Daarbij vallen enkele bijzondere zaken op naast de meer gewone obligaties van een paar honderd gulden.
In 1772 werd door het echtpaar Gerrit Hugo Calkoen en Jacoba Wouterina de Lange een bedrag van 100.000 gulden geleend, een gigantisch bedrag in die tijd. Dat geld werd geleend tot verdere opbouw van een meekrapstoof en de meekrapcultuur in de Betuwe. In dit teeltproces waren meer dan 500 arbeiders betrokken, dus was dit van groot belang ook voor de werkgelegenheid. Dit bedrag werd enkel overtroffen door Anne Frans Willem baron Pieck die in 1773 totaal 176.000 gulden leende voor de aankoop van heel veel goederen en landerijen, maar dat was meer voor zichzelf.
Een bijzonder transport betreft dat van een leen- en tijnsboek in 1746 van de heerlijkheid Casterlé door Bernhard van Welderen cum suis aan Adrianus Vervloet, herkomstig van Lucretia van der Noot.
Tenslotte valt na 1700 met name op dat enerzijds regelmatig mensen afstand doen van hun belangen en rechten in erfenissen en nalatenschappen, terwijl anderzijds het aantal vrijwillige donaties onder de (rijke) levenden toeneemt.
Deze transcriptie is voorzien van een naamregister en verduidelijkende voetnoten.
A. Spies (1963) heeft zich onder meer bekwaamd op het gebied van de paleografie en is al decennia bezig met historisch onderzoek, bijzonder binnen het Hertogdom van Gelre. Hij is mede-auteur van “Heerlijkheid IJzendoorn” (Historische Reeks Rivierenland RAR Tiel, 2013) en mede-transcribent van de kerkelijke archieven van de Hervormde gemeenten te Lienden, Kesteren, Echteld en Hien en Dodewaard, alsmede van diverse protocollen, signaten en dijkcedullen binnen het Ambt Nederbetuwe. Daarnaast doet hij militair-historisch onderzoek, waaronder de gebeurtenissen in en rond Nederlands-Indië. Zijn laatste boek “Het Korps Vaartuigendienst, een varend leger in Nederlands-Indië” is verschenen in 2020.
Inhoudsopgave
Gedeeltelijke inhoudsopgave:
Overgifte van Marijken Gerrit Heij, weduwe Isaack Jansen, om haar borgen schadeloos te houden voor de pachtpenningen van het Heusdense veer, de datis 20 en 22-02-1655.
Verzoek voor en toekenning van het verwin van Anna Adriaensen, weduwe van Melchior van Cuijck en Meteren, op 7 hont land gelegen op Avezaath, toebehoord hebbende Baltus Roelof van Eede, ongedateerd, circa 1655.
Afstandsverklaring van Luijtgen Gerritsen Hack, weduwe van Wouter Cornelissen, en de erfgenamen van de boedel van deze echtelieden met verzoek een curator aan te stellen, de dato 06-03-1656.
Transport van een huis en hofstede te Kesteren door Didrick van Elst, Johanna Elisabeth ende Theodora van Lienden aan Henrick Gijsbertsen, de dato 05-05-1656.
Intrekking van een appèl door Steven van den Steenhuis op een sententie contra Joost van Stepraedt en verzoek om weer tot de riddermatigen te worden toegelaten, de dato 03-07-1656.
Schuldbekentenis van Caerll van Gelder cum suis aan Gideon Duijts betreffende aangetelde gelden met belofte tot betaling van de renten en het stellen van de Middelweerd onder Rhenen in de Rijn als onderpand, de dato 12-09-1657.
Transport van de helft van een huis, hofstede en boomgaard te Zoelen door Jan Tobiassen Rat cum suis aan Philips van Hove en Johanna Janssen, de dato 08-01-1658.
Transport van een verwin van een vierde deel van vier morgen weiland te Kesteren door de erfgenamen van Rutger Jansen aan Dirck Verheijden, de dato 12-05-1658.
Borgstelling van Anna Winands van Resand voor haar zoon Johan van Lith de Jeude als ontvanger van het Kwartier van Nijmegen om aan haar huizen en landerijen eventuele tekorten te verhalen, de dato 26-06-1658.
Transport in verwin van een huis en hofstede op Homoet binnen Eck door Jacob Cornelissen van Alblasserdam aan Geurt van Essevelt, de dato 28-02-1659.
Transport van een huis cum annexis genaamd de Bickelenborch te Maurik door de broers van Adriaen Joosten uit overgifte aan Geurt van Essevelt, ongedateerd.
Verkoopvoorwaarden en de daadwerkelijke verkopingen van hofsteden en landerijen onder Rijswijk, Maurik en Eck door Sandrina van Rheede, vrouwe douagiere van Rijnesteijn cum suis, de dato 31-07-1659.
Transport van hofstede en landerijen onder Eck volgens de condities van 31 juli door Sandrina van Rheede, vrouwe douagiere van Rijnesteijn, en de erfgenamen Nicolaes Mouthaen en Aletta Bijler aan Cornelis de Cock van Delwijnen, de dato 30-12-1659.
Transport van hofstede en landerijen onder Maurik volgens de condities van 31 juli door Sandrina van Rheede, vrouwe douagiere van Rijnesteijn, en de erfgenamen Nicolaes Mouthaen en Aletta Bijler aan David van Zuijlen van den Natewisch, de dato 30-12-1659.
Transport van bouwland onder Rijswijk volgens de condities van 31 juli door Sandrina van Rheede, vrouwe douagiere van Rijnesteijn, en de erfgenamen Nicolaes Mouthaen en Aletta Bijler aan Andries van Heteren, de dato 30-12-1659.
Verklaring door Nicolaes van Baerle van de volledige betaling van schuld, die hij had te vorderen van Cornelis Ottensen en Judith Claes van Ossenberch cum suis met onderpand te Rijswijk, de dato 10-02-1660.
Overgifte door Johan de Cock van Delwijnen van de erfenis van zijn in 1659 overleden zoon Melchior aan zijn zoon Johan, de dato 09-04-1660.
Transport van 4 hont bouwland in Kapel-Avezaath door Catharina van Gent, weduwe Gerrit Jansen de With, aan Gerrit Aertsen Spaen, de dato 11-04-1660.
Borgstelling van geërfden te Hien en Dodewaard voor Tonis van Ingen in een zaak contra vrouwe van Lidt, de dato 20-03-1661.
Borgstelling van Claes Jelissen voor de pachtpenningen en ongelden van Jacob de Ruijter te Lakemond, de dato 18-12-1661.
Inzet- en verkoopvoorwaarden van 27 morgen landerijen onder Ommeren en Meerten door Luthera van Welderen, weduwe Gerard Vosch van Avesaeth, de dato 27-02-1662.
Transport van een obligatie van 3000 gulden met een sententie tot betaling van het Hof van Gelre door Gosuin Wilhelm van den Lauwick aan Gerard van Altena, staande tot lasten van Wilhelm Bentinck tot den Brieler, de dato 04-08-1662.
Belofte van Isaack Strickers om aan zijn stiefdochter Petronella Verweij en haar man 187 gulden terug te betalen op een obligatie van Adam Noest en tevens hen te vrijwaren van lasten en schulden van de boedel en erfenis van zijn vrouw, de weduwe van Jan Petersen Verweij, de dato 20-07-1663.
Comparitie van Isaack Stricker om het voorgaande van 20 juli te bevestigen, de dato 24-07-1663.
Transport van gerichtelijk verwonnen huis, hofstad en landerijen te Meerten door Johan Diderick Bouwman aan Rutger Schul en Gerrit Henricksen, de dato 28-11-1664.
Transport van gerichtelijk verwonnen landerijen te Maurik door Jantgen Oliviers aan Hendrick Huijbertsen, de dato 28-11-1664.
Verklaring van Rutger van Brenck en Anna Jans dat zij de bouwing en landerijen te Kesteren van Gertruid Vonck van Lienden in huur hebben aangenomen, de dato 03-06-1665.
Verklaring van Gerhard Petersen van Westrhenen ende Judith van Eck dat zij hun goederen als panden overgeven om zo nodig voor de periode van 6 jaar de pachtpenningen aan te verhalen van een huis, hofstad en landerijen te Ingen, toebehorende Cornelis van Wijck, de dato 02-09-1665.
Transport door Rutger van Brenck en Anna Jans van hun goederen aan Gertruid Vonck van Lienden in mindering van de pachtpenningen van een bouwing en landerijen te Kesteren, de dato 10-10-1665.
Overgifte van Claes Cornelissen aan Gualterus Schagen voor een bedrag van 50 gulden, de dato 09-01-1666.
Overgifte van vee en roerende goederen door bakker Willem Gerritsen aan molenaar Peter Gerardsen te Ingen wegens geleverde waren en geleend geld, de dato 28-02-1666.
Schadeloosstelling door Zeger Cornelissen voor zijn borg Tonis Gerritsen wegens verschuldigde landsmiddelen, de dato 06-08-1666.