Fragment
Dit betreft een gedeelte van de verdeling over het jaar 1701:
Verdeijlinge van den 11 januarij 1701.
Tegens den 1 januarij 1701 sijn tot de verdeijlinge der noodtlijdende predicanten congrue portie verschreven die welgeboren heeren Ottho van Wijhe, Heere tot Echtelt, Louis van Steelandt, Heere van Ubbergen, Reinard van Wijhe tot den Hul.
Wanneer verdeijlt sijn twe ordonnantiën in dato den 10 december 1700.
De eene slaande op den ontfanger Lidt de Jeude bedragende 1133- 4- 5
En d' andere op den ontfanger Cock monterende 1833-17- 0
Dus te samen 2967- 1- 5
Waaruijt omgeslagen ende op de respective ontfangeren geassigneert sijn de volgende posten tot supplement over den jaere 1700.
Den ontfanger Lidt de Jeude sal betaelen in minderingh van een ordonnantie in dato als boven uijtgedruckt ter somme van 1133-4-5 aan de predicanten van:
Hien en Dodeweert 420- 0- 0
Ommeren 380- 0- 0
Heusden 250- 0- 0
Isendoorn 75- 0- 0
Item tot betalinge der vacatiën over dese verdeijlinge gevallen 8- 4- 5
1133- 4- 5
Voorts sal den ontfanger Mattheus Cock in minderingh van een ordonnantie aan d' ander zijde deses gemeldt, ter somme van 1833 gulden 17 stuijvers, mitsgaders den overschot van ses hondert drie en vijftigh gulden seventien stuijvers twe penningen des voorleden jaers, ende dus te samen twe duijsent vier hondert seven en tachtentigh gulden veertien stuijvers twee penningen, betalen aan de predicanten van:
Ochten 275- 0- 0
Ravenswaeij 445- 0- 0
Rijswijck 125- 0- 0
Kesteren 350- 0- 0
Uijtmaackende 1195- 0- 0
Mitsgaders aan de costers van:
Echtelt 25- 0- 0
Ochten 25- 0- 0
Hien en Dodeweert 25- 0- 0
Heusden 25- 0- 0
Kesteren 25- 0- 0
Ommeren 25- 0- 0
Ingen, omdat voorleden jaer niet getrocken heeft 50- 0- 0
Eck 25- 0- 0
Maurick 25- 0- 0
Rijswijck 25- 0- 0
Ravenswaeij 25- 0- 0
Avesaet 25- 0- 0
Item voor vacatiën hierover gevallen 63-15-11
Dus 388-15-11
Ende in 't geheel 1583-15-11
Welcke een duijsent vijff hondert drie en tachtentigh gulden vijftien stuijvers elf penningen afgetrocken sijnde van de hiernaest bovengemelte somme van twe duijsent vier hondert seven en tachtentigh gulden veertien stuijvers twe penningen blijft over negen hondert drie gulden 18 stuijvers seven penningen 2487-14- 2
1583-15-11
903-18- 7
Waeruijt betaalt sal worden aan:
Dominus Brouwer 175- 0- 0
Dominus Barttens 262- 0- 0
De weduwe van dominus Hammius 300- 0- 0
Voor vacatiën 90- 0- 0
Aan Cranenburgh 30- 0- 0
857- 0- 0
903-18- 7
857- 0- 0
Dus schiet over ses en veertigh gulden 18 stuijvers seven penningen 46-18- 7
Den welgeboren heeren amptman tenselven daege mede verschreven hebbende die oock welgeboren heeren Ottho van Wijhe, Heer tot Echtelt, ende Arndt Jan Vijgh tot de Woerdt om in gevolge de resolutie ende commissie van den 24 maii 1700 te examineren ende vervolgens disponeren over de requesten met bijgevoeghde reeckeningen van dominus Hammius, dominus Bartens en dominus Brouwer.
Is na verlesingh ende overwegingh van de beswaernissen door dominus Brouwer ten reguarde van desselfs pastorije overgelevert om sonderlinge ende extraordinaire redenen gunstigh geaccordeert en dese reijs sonder eenige consequentie toegeleijt een somme van hondert vijff ende seventigh gulden.
Ende wat belanght de weduwe van dominus Hammius, daarop is bij haar welgeboren goedtgevonden tot extinctie van alle desselfs pretensiën, so van ongelden als andersints, over de jaeren van 1698 tot 1701 inclus eens toe te leggen de somme van drie hondert gulden, met expresse vermeldinge van niet meer uijt de supplementen te sullen profiteren en dat na 't beroep van een ander predicant over een seecker tantum jaerlicx sal worden geconvenieert, waartoe gecommitteert blijven welgemelte heeren van Echtelt ende Vijgh.
Verder geëxamineert sijnde den overgeleverden staat van de pastorijenopkomsten ende lasten tot Echtelt over de jaeren 1698, 1699 en 1700, is aan dominus Barttens tot extinctie van alles 't geene sijn waarde over de bovenstaande jaeren soude konnen eijsschen, geaccordeert ende eens toegeleijt twe hondert twe ende sestigh gulden. Sijnde verder tusschen haar welgeboren ende dominus Barttens versproocken ende overkomen, dat sijn waarde ses aftereen naarvolgende jaren ider jaer uijt de supplementen sal profiteren ende genieten de somme van een hondert vijff en twintigh gulden sonder meer. Sullende na expiratie van gemelte ses jaeren naarder worden geconvenieert.
----------
×