Fragment
Dit zijn de eerste acht bladzijden van het boek:
RAG archief 0001, nummer 2854: Rekeningen uitgebracht door heer Hendrik van Steenbergen, proost van Oudmunster te Utrecht, (overste) rentmeester 1388-1389. Ontvangsten van subalterne rentmeesters en tollenaars, 1388/1389. e. Rekening van Johan van Meerten, rentmeester te Tiel en in de Nederbetuwe, 1388 (fo. 65-70).
Liber reddituum anni secundi, scilicet LXXXVIIIvi et extraordinarum receptionum .
Sluijterampt eijndende XIIICXCIX, dat dicere 1389.
[...]
(folio 65)
Nederbetu.
Dit sijn die renthen geboirt tot Tijell ende in Nederbetu, bij Johan van Meerten in den jair van acht ende tachtentich vurscreven.
Primo van der stat van Tijell up Onser Vrouwendach Purificatio VI aude groten, maken XXXII scillingen.
#Restant#
Item van eenre teende ende XI mergen lants gelegen tusschen Lijenden ende Rijenen in der Marssch ende van enen weert beneden Verhusen, heijt Costverlaren, bij Elijs van Beijnhem gepacht, te betalen up Sente Petersdach ad Cathedram XXV antiqua scuta , den scilt gerekent voir XL placken, maickt LXXI libra VIII scillingen IX deutken.
#Restant#
Item van der gemeijnt tijende tot Meerten bij Claes Cesar XX placken, valet XXIX scillingen.
Item dieselve Claes van den veerstat tot Rijswijck tot jaren gepacht na ijngehalt sinre brieve XLVIII libra VIII placken voir I libra, valet XXVII libra VIII scillingen IX deutken.
Summa van den renthen in Nederbetuwe XXIX libra IX deutken.
(folio 66)
Dit is restant in Tijell ende ijn Nederbetu.
Primo enen weert gelegen achter den Damdijck tot Tijel te ijaren verpacht na ijngehalt sijnre brieve bij Claes van Zandwijck IIII aude schilden.
Item twee weerde gelegen baven den tolhuijs te Tijel heefft Jan van Meerthen gepacht in den jair van LXXXVIII na Onser Vrouwendach Assumptio ende sal dairaff talen alle jair up Sente Petersdach ad Cathedram V aude scilden als he gheen tolner dair mere en is, want he die weerde hefft die wile he tolner is.
Item die visscherie van Tijell upwert in den Wail hoirt up dat tolhuijs tot Dodenweerd.
Item is erffnijss gecofft tot Tijell gelegen voir den tolhuijs in der stat vursceven, dat een deel plach te hoiren in dat gasthuijs, dair mijn here tijnss uijt tailt.
Item is noch mere erffs gecocht, gelegen voir den tolhuijs in der stat vurscreven, dat Kijrstens van Rijsswijck was ende een deel ander luden.
Item Ketelboedersweert gelegen tot Lijenden is ledich worden bij doden mijnre Vrouwen van Bloijs ende was voir Eijmeric verseet mit anderen gueden, des sich onderwijnden die basterde van Lijenden.
Item een tijendken gelegen tot Ameronghen, dat oick versett was voir Eijmerich, des sich onderwijnden die van Sente Peter t' Utrecht.
Item is oic ledich gewoirden tot Lijenden Klinckhamersweert ende was oick versett voir Eijmerich.
#Des sijn leenbrieve nijet in en halden #
Item is gevallen enen weert in den stroem tot Rijswijck, des sich die Here van Abcoude onderwijnt ende die verpacht is des jairs voir XX auden schilden.
Item noch tot Rijswijck enen weert gevallen bijnnen VIII jaren ende is gelant an die Gelressche side, des onderwijnd hem die Here van Abcoude.
(folio 66v)
Item tot Elsth opten Rijn dat westat is verpacht erffelijck in den jair van LXIX up Sente Martensdach , Herberen van IJsendaren voir XV libra des jairs te betalen op Meijdach.
Item tot Uchten een weert de Willem van IJsendaren gepacht heefft voir XXXIII aude schilden.
Item tho Dodenweerde enen weert des sich Herberen van IJsendaren onderwijndt, die mijnen Here van Gelre thoebehoirt, ende is verpacht Albert ende Jan van IJngen voir XC aude schilden up Sente Petersdach ad Cathedram te betalen.
Item is verpacht denselven Albert ende Jan den hoff tot Upperden voir XXX aude schilden up Sente Petersdage ad Cathedram, des sich Herberen van IJsendaren oick onderwijnt van des Heren wegen van Brederaijde.
Item tot Hijen die Schaepwaer hefft her Johan van Hattem gepacht VI jair langk angaende in den jair van LXXXIII up Alreheiligenmisse voir II aude schilden.
Item enen weert baven Redinchem den her Arnt van der Lawijck gepacht hadde teghen mijnre Vrouwen van Bloijs ende ledich wart doe sij starff, die men verpachten solden ende plach te gelden XL libra X scillingen, des sich nu onderweijnt Robbert van Dodenwerde.
(folio 67)
Dit sijn mijns lieven heren renten van Gelren tot Tiel ende in Nederbetuwe dair ander lude in sitten ende die lene die men van minen heer helt aldair.
Primo die alde toll tot Tiel mit sijnen renten is versat veil jaren herwert den jonker van Moerse sonder affslach.
Item is een groet weert gelegen in den Tielschen gerecht in den stroem gevallen, die Ott van Buren lange tijt an hem getrect heeft ende dair voil dedings om geweest is voir minen here ende sijnen raiden, die Ott vurscreven nu vercocht heeft heren Arnt van Hoemen bijnnen corten jairen.
Item tot Hoesden die lanttoll heeft heer Jan van Hattem tot sijnen live mit sijnen toebehoren.
Item dat veerstat aldair plach te hoiren mijnen Heer van Gelre ende gelt des jairs omtrijnt XXX alde schilde, dat boirt nu her Arnt van der Lawijck.
Item tot Hoesden leegt een tienken aver dat water ende pleeght des jairs te gelden omtrijntt XXXIII libra, dat hoert mijnen Here van Gelre toe, dat helt te leen van mijnen Heren van Gelre, Moniken van Meerthen.
Item in den kirspel van Lienden leeght een weert, heeft Vleminck tot oren leen van mijnen Heer van Gelre, als men seeght.
Item leeght dair een gemeent ende heit van Brijnck mit eenre hofstat ende seggen somige lude dat mijnen Heer van Gelre toebehoert.
Item leeght daer een weert des sich plach onderwijnden her Hubert van Lienden mit enen deil lands dat dairtoe hoirt, des sich nu onderwijnt die Heer van Culenborgh.
Item tot Meerten ende Omeren leeght een hoeve lands geheijten opten Eijnge ende op Hoemot, die helt Gijsbert van der Weijden tot enen leen van mijnen Heer van Gelre.
Item aldair I hofstat mit V mergen lands dairbij gelegen, helt Giesbert van Asschengaet van mijnen heer te leen.
(folio 67v)
Item is dair een leenguit, dat helt Derich van Asschengaet.
Item is dair noch I leenguet, dat helt Wijnant Johan Gerijtssoen.
Item is dair noch een leenguet, helt jonge heer Derich van Lienden.
Item is noch dair een leenguet van VI mergen lands ende heit die Hair, dat helt te leen Jan van Driest van mijnen here.
Item tot Rijswijc in den jair onss Heren dusent driehondert een ende veertich heeff die Heer van Abcoude ontfangen tot enen leen van mijnen Heer van Gelre dat Huijs te Duijrsteden ende dit stat van Wijck mit horen toebehoiren tot Zutfensschen leen.
Item een weert gelegen in den Rijn baven Wijck geheiten Roitweert.
Item enen wert gelegen boven Ravenswade in den Rijn, hieraff is he schuldich mijnen heer te dienen nae ingehalt sijnre brieff, die hij dairaff heeft.
Item tot Dodenweerde is een weert gelegen, die Helmich van Welij plach te pachten, den heeft hertoge Eedwart, den God genedich sij, gegeven Gerit van Steenbergen in den jair onss Heren MCCCLXVI des vrijdages na Onss Heren Hemelvaertsdach.
Item in den kijrspel van Hijen leeght enen kamp lands, helt V mergen landts. Item III mergen op den Eijnde gelegen, die helt Sander van Wese tot Zutphenschen leen van mijnen here.
Item in den kirspel van Welij leggen XV mergen lands op Wijlrevelt ende XX mergen lands aldair, die heten die Kamp, dair bijnnen dit lant helt Johan van Welij tot Zutphenschen leen van mijnen lieven genedigen Here van Gelre.
Item tot Ravenswade is een gemeijnt gelegen omtrijnt L mergen lands, die mijnen here toehoeren. Die was den Here van Buren bevalen te seijen, dair hij noch ommetrijnt an heeft van jaren dair hij brieff aff heefft als men seeght, ende die tijende dairaff heeft mijn Vrouwe van Guijlick.
Item die teendken van den Middelweert ommetrijnt V mergen lands hoirt mijnen heren.
(folio 68)
Item tot Droempt die nije rade tijende ende oijc alsulke tienden als mijn Heer van Gelre dair plach te hebben, waren versat den Duijsthen heren van Tiel, die heeft Walraven van Benthem geloijst mit wille mijns heren, die mach mijn heer weder loesen als he wil.
Item tot Tiel van den Damdijck ende van den huijsen die op den Dampdijk plagen te staen, plach mijn heer te hebben op Onser Vrouwendach Purificatio XXXV libra.
Item van assisen tot Tiel.
Item tot Zandwijck van enen stuck eerffs dat plach te wesen Hubert Goitkijnt VIII libra Petri .
Item van enen stuck eerfs dat plach te wesen Henrich Soemer XX scillingen.
Item bijnnen Tiel in den jairmarct van den gewant tot Sente Jacobsmisse VI libra X scillingen.
Item in die jairmarckt van den peerden ende quijcktoll.
Item aldair van dien namarckt.
Item opp Sente Victoersdach in die jairmarct van der veertoll.
Item op denselven dach van gewanthuijse VI libra X scilingen.
Item dat veerstat van Tiel tot Wamel dat helt te leen van mijnen lieven genedigen Heer van Gelre, Tengnagel Rosmont als he seeght.
Tijnse in de Nederbetuwe.
Dit sijn die tijnse die men schuldich is to Dodenwerde opp Sente Mertijnsmisse ende dese tijnse pleecht men te winnen mit suppelen tijnse.
Dodenweerde.
Primo van Jan Giers guede XX deutken, Deeuken van Eeke.
Item van Claes Belensoens hofstede II scillingen, Evert van Deest.
Item uijt Pelkens hofstede II scillingen, Mett uijtten Woerde.
(folio 68v)
Item uijt een stuck lands gelegen butendijx tot Dodenweerde XIIII deutken, Heman Pansier Derixsoen.
Item uijt eenre hofstede die Beatrijs Ludolfs was II scillingen, nu Gelis van Ewijck.
Item uijt XXV mergen lands VII scillingen IIII deutken, vrouwe Yrmgirt vaen Haefften tot Dodenweerde allanges der stegen.
Item Pelem hoffstede ende II mergen lands die dairtoe hoiren X botdreger, Arnt die Kemp.
Item uijt Alit Voskens hofstede II scillingen, Derich van Herwen, nu Ott van der Masen.
Item uijt Pannekoex hofstede X botdreger, Henrich Bor, nu Kerstken van Dodenweerde.
Item uijt Maes Henricx hofstede II scillingen, Dericx van Haefts wade, I scilling nu Herman Pansier.
Item uijt Rutger Hugensoens hofstede XXI deutken, Gerit de Wilde.
Item uijt hofstede Henrich Johanssoen II scillingen X deutken, nu Jan Bouman.
Item uijt den voerstede tot Dodenweerde, Henrick van Gent XX groten.
Item uijt IIII mergen lands geleden tot Dodenweerde in den Broick III scillingen, Reijnar van Malburch.
Item Henneken Bont uijt sijnre hofstat XII deutken, nu Rutger de Kemp.
Item IIIII hont lands die Henneken Bonten waren II deutken, Aelbert des costerssoen van Dodenweerde.
Item uijt IIII mergen lands in Dodenweerderbroick XVI deutken, Maes van Welij Maessoen.
Tot Hoesden.
Item uijt der halver hofstede alreneest heren Steven XVIII hoenre, Jan van Merten Elbertssoen.
Item die Heren van Sente Johan II hoenre XIII deutken.
(folio 69)
Item Nelle Udelendochter XVIII hoinre.
Item Herman die snijder van pacht VII botdreger.
Item her Steven van Lijenden XVIII deutken.
Item Aelbert van Hijen XXV hoinre.
Item Gerit die Monick V hoinre.
Item Reijner Thoen XX deutken.
Item Jan die Ridder VIII deutken.
Item Liesbet van Dolre uijt hoerre hoffstede VIII scillingen.
Item Kirstiaen stede II groten, her de Wijssoen.
Item uijt III ackeren lants, dair Herman die snijder up sit II hoenre, Arnt van Eijmeren.
Item een plexken landts ommetrijnt XXV roeden hefft Gadert Reijnerssoin, dair sal he aff talen.
Tot Welij up Sente Walburgisdach .
Item Sander van Welij VI scillingen VIII deutken.
Item van des Ruterscamp X botdreger, Sander van Welij.
Item Jan van Welij VI scillingen VI deutken.
Item Beli Geritsdochter van Hijen XX deutken.
Item Gerit van Wamel VI scillingen VIII deutken.
Item Voncke van Ewijck IIII scillingen.
Item Woutersdochter van Dairnich V scillingen.
Item Gerit van Wamel I Hollantsche [pont].
Item Willem van Haren, nu Sander van Weli IIII deutken.
Item Steven van Gent, nu Jan Dous X botdreger.
Item Lenken Elbertssoin ende Tengnagel V bordreger.
Item Henrich die Grote XX deutken.
Dit sijn die tijnsse tot IJngen upp Sente Martensdach .
Primo Jan Hubertssoin uijt enen erve heijt in den Uplage XII hoenre II scillingen.
(folio 69v)
Item die Heren van Sente Johan tot IJngen uijt eenre hoefstat gelegen over den Poel II scillingen IIII hoenre.
Item Roderich van Gerit Ham uijt eenre hofstede gelegen bi den kirckhoff, nu brueder Ott Gruenwalt van IJngen XII deutken.
Item Willem Geerburgensoin, nu Johan die Griper uijt eenre hofstat over den Poel VI deutken.
Item Elijas Botterman, nu Roloffs kinder van der Eme uijt enen acker landts gelegen ijn 't Voirbrocht IIII deutken II hoenre.
Item Sophie Wine, nu Aelberts Maessoin ende Aelbert Spaen uijt eenre hofstat leeght over den Poel III hoenre.
Item Derich Mettensoin, nu Gijsbert Kreijt uijt enen ackerken geheijten 't Goerken VI deutken.
Item Gerijt Crouwel uijt XII mergen lants gelegen voir den Bollick II scillingen, des gilt Gerijt Trant XII deutken ende Claes Leuwe XII deutken.
----------
RAG archief 0001 nummer 709: Acte van kwijting of decharge voor Wolter van IJsendoren als ambtman van de Nederbetuwe van zijn gedane rekeningen voor de Hertog van Gelre, waarbij hij nog ruim 2516 oude schilden van de hertog te goed houdt, de dato 18-06-1388.
IJsendaren.
Een bewisijnge ende reijkenscap heer Wolters van IJsendaren
van den Ampt van Tiel ende Nederbetuwe.
Wij Willem van Gulich bi der genaden Goids Hertoge van Gelre ende Greve van Zutphen doin kont ende bekennen, dat her Wolter van IJsendaren ridder ons voir onsen raide guede bescheidelike bewisinge ende rekeninge gedain heeft van den Ampte van Tijel ende Nederbetouwe mit allen sijnen toebehoeren van allen voirgheledenen tiden thent des vrijdages na den sonnendach Oculi in der Vasten neest gheleden, alsoe dat ons des wail ghenuecht ende wij hem ende allen denghenen, die dat Ampt voirscreven mit hem bewairt hebben des bedancken. Ende bekennen dat wij hem van der voirscreven rekeningen schuldich bliven van gherechter schout twedusent vijfhondert sestien guede alde schilde ende vijftien placken. Beheltlich hem ende sijnen erven alsulker brieve als he op dat voirscreven Ampte van onsen selighen voirvaderen ende van ons heeft, die ijn hoerre alingher macht te bliven, sonder argelist. In orkonde des soe hebben wij onsen seghel bij onser rechter wetentheijt an desen brief doin hanghen. Gegeven in 't jair ons Heren dusent driehondert acht ende tachtentich des donredages na Sente Vijtsdach.
Signatum iussu domini ducis per Wilhem de IJsendaren, praesentibus de consilio dominis Henrico domino de Gemen et Gerardo domino de Werdenbergh.
----------
×