Fragment
Op 20 mei 1746 worden voorbereidingen getroffen om het fort Pambe te veroveren. Omdat Albertus hieraan geen ruchtbaarheid wil ge-ven, houdt hij zich stil en vaart met de militairen mee naar het eiland Allelande, zogenaamd om het te laten opmeten. Pas daar brengt hij de officieren en de gezagvoerders van de schepen op de hoogte.
Op 24 mei, ’s avonds om halfzes, varen de Nederlanders onder leiding van luitenant Pieter David Meijland naar Pambe en werpen zuidelijk van het eiland het anker uit. De volgende dag om acht uur gaan ze "met de volle macht sonder niets te ontsien" aan wal, ontmoeten wei-nig tegenstand en nemen omstreeks drie uur het fort in. Daar treffen ze niemand meer aan. Als ze in de kruitkelder komen, ontdekken ze tot hun schrik een brandende lont, die zij nog op tijd kunnen verwijderen.
×