Fragment
Gedeelte uit de kerkenvisitatie van 7-10 juni 1751:
In het algemeen.
1. Rakende de viduale beurs hebben alle de eerwaerde heeren en broederen (ook die in de viduale beurs niet participeren) neffens hunne kerkenraden aengenomen om met den anderen te delibereren en nae vermogen iets te contribueren voor eens ter oprichting van de viduale beurs.
2. Ten opzichte van de schoolmeesters, sommige hebben het schoolreglement gedrukt, andere hebben het alreeds gecopieert, de overige hebben aengenomen het met den eersten te zullen copiëren. en is aen allen de stipte onderhoudinge van dien a domino praeside deputatorum op het serieuste gerecommendeert.
3. Betreffende het appèl van dominus Mijnichus hebben domini deputati hetzelve aen alle de eerwaerde heeren en broederen gecommuniceert.
In het bezonder.
Visitatie te Ommeren den 9 junij.
Dominus Barts V.D.M. te Ommeren was absent vanwegens het onverwacht sterfgeval van desselfs schoonbroeder den heer major Melvile en heeft daerover een brief van excus aan domini deputati geschreven, werin ook domini deputati genoegen namen.
Visitatie te Ochten den 10 junij.
Aengaende de reparatie van het pastorijenhuijs te Ochten is met toestemming en genoegen van dominus van Zutphen en kerkmeesters aldaer goedgevonden en vastgestelt dat het huijs door wederzijds te verkiezene timmermans- en metselaers-bazen met den eersten zal opgenomen en gevisiteert worden of het met repareren kan goed en bewoonbaer gemaekt worden voor den predikant. En zoo ja, dat diezelve bazen dan een bestek van de te doene reparatie zullen opmaken, neffens eene begroting van de nodige kosten. Meenende de kerkmeesters in staet te zijn om de nodige reparatie te konnen doen zonder de kerkegoederen met eenige capitalen te bezwaeren. Maer bijaldien het huijs niet reparable is dat dan diezelve bazen een bestek van een nieuw pastorijenhuijs zullen opmaken met begroting van de daertoe vereijschte kosten.
Visitatie te Echteld den 10 junij.
Betrekkelijk op de absentie van de drie leden des eerwaerde kerkenraeds in visitatione anni praecedentis . De broederen geciteert en verscheenen zijnde, vraegde dominus praeses nae de reden van absentie. Cornelis van Campen verklaerde dat hij eerst op den dag van de visitatie zelve 's morgens ten 8 uuren door den custos was ontboden, terwijl hij in de pas was en dus niets van de visitatie wiste. Waerop dominus Mijnichus antwoordde dat van Campen den tijd van de visitatie wel hadde geweten, naedemael hijzelve het visitatiebriefje op de classis hadde ontfangen en dat dominus Mijnichus hem eenigen tijd daernae, te Thiel zijnde, hadde verzocht om het toch niet te vergeten, maer op zijn tijd in visitatione te verschijnen. Doch van Campen zeide dit laetste niet waer te zijn. Jan Craeuwel betuijgde ook eerst op den dag van de visitatie 's morgens te half negen door den custos ontbooden te zijn, terwijl hij niet thuijs maer op den dijk was. Dominus Mijnichus repliceerde daerop dat hij Craeuwel niet gewoon was in visitatione te verschijnen, zijnde reeds 2 jaeren aen den anderen absent geweest. Henrik Luttikheden zeide dat de custos wel aen zijn huijs geweest was, maer dat hij daervan niet hadde geweeten, als zijnde in dienzelven tijd te Zoelen in het werk geweest, wel driemael 24 uuren aen den anderen. Dominus Mijnichus hadde daerop niets aen te merken. De custos a domino praeside gevraeght zijnde, verklaerde dat hij eerst daeghs voor de visitatie en wel 's avonds te 9 of half 10 uuren van den predikant ordre hadde ontfangen om den kerkenraed te laden, hetwelk hij ook daegs daeraen 's morgens te 8 uuren hadde gedaen. Dominus Mijnichus zeide daerop den netten tijd niet meer te weten, meende echter dat zijn eerwaerde aen den custos te 8 of half 9 uuren 's avonds daertoe ordre gegeven hadde.
Dominus praeses vraeghde daerop, of er ook iemand bij hetgene voorschreven noch iets te voegen hadde, waerop dominus Mijnichus en de andere presente leden antwoordeden van neen. En heeft dominus praeses den custos vermaent om alle de plichten van zijne bedieninge naerstig en ieverig te vervullen.
×