Fragment
Gedeelte uit de vergadering van 12-15 mei 1698:
Articul 5. #Examen praeparatoijr van Hermannus Proper en Gerhardus van der Geest#
Hermannus Proper sacrosanctae theologiae studiosus Harderovicenus en Gerhardus van der Geest, Thylae Gelrus , vertoont hebbende hare academise en kerckelijcke getuijgenissen (die gantsch loflijck bevonden wierden), dewijl sig alvorens hadden aangegeven aan domini deputati classis, sijn tot het examen praeparatoijr toegelaten. En gevolglijck nadat dominus Proper sijne propositie gedaan hadde uijt Hebreën X:14 en van der Geest uijt 2 Corinthe 3:9, met examen strictissime na de resolutie van den christelijcke synodus geschiet. Dog hebben sig beijden so vaardig en gereet getoont op alle die wigtige vraagstucken van dominus examinator Jacobus Peregrinus door het gantsche corpus theologiae aan haar gedaan dat de eerwaarde vergadering met eenparighijt heeft betuijgt volkomen reden van vernoeginge geschept te hebben en so met blijdschap en dancksegginge tot Godt deselve tot den openbaren predikdienst toegelaten. En naast dancksegging aan dominus examinator voor sijn geleert en ordentlijck examen, den scriba gelast domini candidati met een loflijck testimonium pro meritis te voorsien. Gelijck oock deselve candidati ondervraagt sijnde op de poijncten van de christelijcke synodus gearresteert en behoorlijck geantwoort, de Formulieren van Enighijt ondertekent hebben.
Articul 6 ad articul 30 classis praecedentis. #Adolph van Murmulen praetens#
Adolph van Murmulen versoeckende ingevolge de voorgenomen resolutie classis praecedentis de 30 gulden hem daarbij toegelijt. Is geweesen tot dominus quaestor die so haast doenlijck deselve hem sal laten toekomen.
Articul 7. #Ex actis classis Neomagensis het aantekenen van den sterfdag der predikanten en hare weduwen#
De acta classis Neomagensis sijnde gelesen, wiert aangenomen uijt den 12 artijkel het versoeck van dominus Smetius, te weten dat in actis classis telckens soude vermelt worden den sterfdag van de predikanten nevens de namen van de weduwen en oock (bij voorval) haren sterfdag. En sal hiertoe werden gepractiseert den 14 articul classis Bommelianae september 1697, seggende dat de weduwen alle jaren hare namen aan den eerwaarde classis sullen opgeven en d' erfgenamen derselve den dag van haar afsterven. 't Geen door dominus scriba den weduwen sal worden aangeschreven of bekendtgemaackt. Gelijck dan oock bij dese gelegenthijt wiert ingedient dat de weduwe van dominus Proper tot Harderwijck was overleden 10 januarij 1698, 't geen oock agter deese acten op sijn plaatse sal worden aangetekent.
Articul 8. #Missive van haar edele mogende de Staten des Quartiers van Nijmegen aangaande 't stuck van beroepingen en 't houden der classicale vergaderingen#
Den 33en articul classis Neomagensis sijnde voorgelesen, inhoudende het gebesoigneerde van den eerwaarde classis van Nijmegen omtrent de resolutie van haar edele mogende de Staten des Quartiers van Nijmegen van den 4en en den 6en december 1697. Is bij die gelegenthijt overhandigt een gelijcken brieff van haar edele mogende aan den eerwaarde classis van Thijel, deselve resolutie van haar edele mogende behelsende. Dewelcke voor de eerwaarde vergadering sijnde voorgelesen, is goetgevonden eenige heeren broederen te committeren om nogmaal deselve missive van haar edele mogende aandagtelijck te overlesen en desselfs inhoudt rijplijck te overweegen, ten eijnde door haar eerwaarden praeadvijs de eerwaarde vergadering te dienen. En sijn hiertoe versogt dominus correspondens van Bommel, Johannes Conradus a Rosenthal, dominus Johannes Vechovius, dominus Brandolphus en uijt de ouderlingen de heeren van Eck en Foijert.
Dewelcke ingevolge die hare commissie de missive van haar edele mogende met alle behoorlijck respect hebbende overlesen en nodig gevonden deselve te vergelijcken met de kerckenordening, gearresteert bij den synodus nationaal en het hoogvorstelijcke Landtschap en bij ons allen (predikanten) bij het aanvaarden van onsen predikdienst ondertekent.
So is 't dat deselve gecommitteerden onder dit vergelijck oijrdeelden (salvo meliori judicio ) den 2en, 3, 4 en 5en artijkel van haar edele mogende missive met den 4en artikel van de kerckenordening niet te konnen worden overeengebragt als die segt: "Dat de verkiesinge (tot predikant) sal geschieden door den kerckenraat en diakonen, hoewel niet sonder goede correspondentie met de christelijcke overhijt ter plaatse respectijvelijck, daar 't selve tot nog toe gebruijcklijck is geweest". Daar nogtans den 5en artijkel van haar edele mogende segt dat de gemeltte verkiesing sal worden gedaan door den voornoemde kerckenraat, officier, heeren en amptsjonckeren.
Den 9en artijkel van haar edele mogende missive meldende het "overstaan van den officier ten platten lande" ende een "gecommitteerde uijt den magistraat van dat district" in de classicale vergadering scheen niet te sijn conform den XLI artijkel van den kerckenordening seggende: "Dat de classicale vergaderingen bestaan sullen uijt genabuurde kercken, dewelck elck eenen dienaar ende eenen ouderling daartoe met behoorlijcke credentie sullen afvaardigen", sonder meer of ijetwes te melden van "commissarissen in deese vergaderingen".
Den 10en artijkel van haar edele mogende missive sprekende van de examinatie ten overstaan van de voornoemde commissarissen-politijcq, scheen oock niet conform den 4en artijckel van de kerkenordening seggende: "Dat de examinatie of ondersoeking, beijde der leere en des levens, staan sal bij den classis ten overstaan van de gedeputeerden der synodi ofte eenige derselve".
Den 12en artijckel van haar edele mogende missive meldende het voorgaande consent en kennisse van het Quartier van de classicale bijeencompsten wert geoijrdeelt te worden gepractizeert, also de twee ordinaijre classen op den gewoonlijcken tijdt successive na die van Nijmegen en vervolgens die van Bommel gehouden na allen bedencken niet dan na het oijrspronckelijck goetvinden van haar edele mogende also sullen geschickt en vastgestelt sijn.
Eodem articulo rakende het oversenden van de redenen en gravamina der classen vinden daarvan geen melding in den 41 artijckel der kerckenordening.
Alsmede omtrent de visitatiën der kercken, waarvan de redenen en gravamina desgelijcx souden werden opgesonden, in den 44en artijckel van de kerckenordening gantsch gene gewaging geschiet als die segt: "Dat den classis eenige harer dienaren, ten minsten twee van de oudtse, ervarensten en geschickste sal authoriseren om in alle kercken alle jaar visitatie te doen".
Hebben eijndelijck de gecommitteerden ad hanc causam sonderling in agt genomen de conclusie van het arresta der kerckenordening van haar edele mogende de heeren Staten des Furstendoms Gelre und Graafschaps Zutphen gedaan tot Arnhem den XXIen julij XVIC twintig luijdende als volgt:
"Ordonneren daarom ende bevelen hiermeede den dienaren des Goddelijcken Woortz, kerckenraden, classicale en synodale vergaderingen en voortz allen anderen van wat qualitijten en conditie die sijn ende deesen eenigsintz aangaan mag hem in desen na de voorschreven kerckenordening haar in hare respective kercken-bedieningen te reguleren, alles bij provisie ter tijdt ende tot anders over deselve kerckenordening bij de samentlijcke Unieerde Provintiën of bij ons nader en speciaalder geordoneert sal zijn".
Konnende niet anders hieruijt besluijten meergemeltte gecommitteerden ad hanc causam dan een volkomen en onveranderlijcke verbintenis aan dese gearresteerde kerckenordening ingevolge nu opgemeltte klare woorden in en bij het arrest van hare edele mogende gedaan.
En derhalven om sig van het beswaar hieruijt resulterende voor den classis op de bequaampste en vijligste wijse so mooglijck te ontdoen met hetselve in te brengen bij den christelijcke synodus, 't welck dit lopende jaar tot Harderwijck staat gehouden te werden, om daarover het advijs van den christelijcke synodus in te nemen, alwaar oock in bedencking soud konnen werden gegeven, of over het stuck van de te doene beroepingen het oijrdeel van de particuliere kercken niet soud moeten ingenomen werden.
En ten eijnde aan haar edele mogende de Staten des Quartiers van Nijmegen dog tijdig mogte blijcken, met onderdanigst respect en eerbiedt, 't geen die van de classis van Thijel (verschuldigt sijnde) opdragen aan hare benefactores door een missive deese of gelijcke hare resolutie soude konnen werden bekendtgemaackt. Gelijck meede deselve resolutie van de eerwaarde classis d' een of ander artijckel des classis specterende de synodale saken souden konnen worden ingevoegt en deputati ad synodum gelast hierop serieuslijck bij den christelijcke synodus te insteren om haren hoogwijsen raadt in desen, ten eijnde etc.
De gecommitteerden ad hanc causam dit haar rapport soals voorschreven hebbende ingebragt in de classicale vergadering sijn voor hare aangewende devoijren in deesen eenpariglijck bedanckt, gelijck op deselve wijse oock goetgevonden is het ingebragte advijs van woorde tot woorde aan te nemen en classis acten te insereren. Verhopende, gelijck sij bidden, dat hetselve bij haar edele mogende van so goeder inganck en uijtwerckinge sijn sal dat den classis van Thijel alsnog verblijvende bij den inhoudt van de gearresteerde kerckenordeninge, gelijck sij volgens handtteeckening verpligt staan, oock dieshalven bij haar edele mogende die gunsten en protectie sal vinden, die sij met danckbaarhijt erkennen tot hiertoe van haar edele mogende genoten te hebben. En dewijl dominus scriba versogt wiert om ingevolge het ingebragte advijs een missive met dees ingesloten classis resolutie aan haar edele mogende ten blijck van ons onderdanigst respect en eerbiedt af te vaardigen, heeft deselve versogt, twee uijt het midden van deese vergadering mogten werden genomineert en gecommitteert om het koucheren van de missive bij te wonen en deselve nevens den scriba te beteeckenen. 't Welck aanstont sijnde ingewilligt, domini Farreth en Jacobus Peregrinus genampt sijn, die oock sulcx hebben aangenomen.
×