Samenvatting
Spoorbruggen in Nederland Nederland waterland impliceert eveneens Nederland bruggenland. Door de vele kleine en grote waterwegen die Nederland rijk is, is er eveneens een groot aantal bruggen nodig om de infrastructuur van (spoor)wegen hierop te kunnen projecteren. Ons land kent dan ook een lange en rijke traditie op het gebied van de bruggenbouw, zowel voor het vervoer over de weg als dat per spoor. We onderscheiden daarbij vaste bruggen en beweegbare bruggen, waarbij Nederland vooral naam heeft gemaakt met de beweegbare bruggen. In deze editie van SPOOR & TREIN worden de schijnwerpers gericht op de vaste bruggen, terwijl in editie 14 de beweegbare bruggen de revue zullen passeren. Er wordt ingegaan op de huidige stand van zaken met betrekking tot de spoorbruggen en -viaducten in Nederland, waarbij het accent zal liggen op het in beeld brengen van de brug in plaats van de trein. Gesproken wordt van een brug bij een kunstwerk in een spoorweg over water, terwijl een viaduct de aanduiding is voor een kunstwerk in een spoorweg over een andere spoorweg of autoweg. Bij een ongelijkvloerse kruising van twee spoorwegen wordt in het jargon tevens de term fly-over gehanteerd. Er is niet naar gestreefd om alle bruggen in beeld te brengen, maar wel om een overzicht te geven van de verschillende soorten bruggen. Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd: eerst aandacht voor de onderdelen van de brug, daarna een stukje mechanica waaruit duidelijk wordt waarom een brug er uit ziet zoals die is. Na deze theorie volgt de vertaalslag naar de praktijk met een beschouwing van spoorbruggen in Nederland. Tot slot volgt een toelichting op enkele specifieke details van de diverse bruggen. Twintig jaar Eloc 1600 in Nederland Op 19 januari 1981 kwam elektrische locomotief 1601 uit de Franse Alsthom-fabriek aan in Nederland. Zonder dat we ons dat eigenlijk realiseren rijdt de serie 1600 dus al zoÕn twintig jaar in Nederland en heeft sinds het verdwijnen van de series 1100, 1200 en 1300 samen met de vrijwel identieke 1700 de alleenheerschappij op ons spoorwegnet. Reden genoeg om eens uitvoerig stil te staan bij dit locomotieftype. In dit hoofdstuk wordt in woord en beeld aandacht besteed aan de techniek, het onderhoud en aan enkele ongevallen, en natuurlijk de inzet in de dagelijkse praktijk van de afgelopen twintig jaar. Beelden van Nederland 2001 In deze editie worden wederom de ontwikkelingen op het Nederlands spoorwegnet van het afgelopen jaar behandeld. Kees Wielemaker maakte een selectie van opnamen die de gang van zaken bij de museumbedrijven in beeld brengt, terwijl Guus Ferr e een bijdrage leverde over het lightrail concept dat in 2001 een wezenlijk onderdeel ging vormen van het rijdend materieel in Nederland. De metro van New York Wie als bezoeker in New York gebruik wil maken van het openbaar vervoer zal als regel de ondergrondse en de bus nemen. Daarnaast wordt de stad bediend door verschillende spoorwegmaatschappijen, onder andere ten behoeve van het drukke forensenverkeer. In dit artikel maken we nader kennis met het metrobedrijf, terwijl in een aparte paragraaf ook aandacht wordt besteed aan de SIRT en de PATH. Hoewel niet behorend tot het eigenlijke metrobedrijf zijn zij hier wel sterk mee verbonden. Blauwe en gele tram 40 jaar verleden tijd Ruim veertig jaar geleden, op 9 november 1961, kwam er een einde aan zowel de Blauwe Tram van de Noord-Zuid-Hollandsche Vervoer-Maatschappij (NZHVM) als de Gele Tram van de Haagsche Tramweg-Maatschappij (HTM). Deze reden tussen Den Haag en Leiden via een eigen route, aangelegd in de jaren 1923-25. De (voor)geschiedenis van deze normaalsporige tramlijnen heeft meer raakvlakken dan men wellicht in eerste instantie zou denken.