niet beschikbaar
niet beschikbaar
niet beschikbaar
niet beschikbaar
Informatie
Herroepingsrecht is uitgesloten voor eBooks. Een download van een eBook of luisterboek is niet meer te herroepen op het moment dat u, na aanschaf van het e-book, de download heeft gestart.
Maandag
Dit nieuwe schepsel met het lange haar loopt mij danig voor de voeten. Het hangt altijd rond mij en volgt mij overal. Ik vind dit niet leuk; ik ben gezelschap niet gewoon. Ik wou dat het bij de andere dieren zou blijven. Bewolkt vandaag, wind uit het oosten; denk dat we regen krijgen… Waar komt dat woord vandaag?... Ik weet het weer – het nieuwe wezen gebruikt het.
Dinsdag
Heb de grote waterval onderzocht. Volgens mij is dat het knapste ding op het land. Het nieuwe wezen noemt het de Niagarawatervallen – ik denk niet dat ik weet waarom. Zegt dat het lijkt op Niagarawatervallen. Dat is geen reden, het is gewoon eigenzinnig en zwakzinnig. Ik krijg geen enkele mogelijkheid om zelf iets te benoemen. Het nieuwe wezen benoemt alles wat zij ziet, nog voor ik iets kan zeggen. En altijd met dezelfde smoes – het lijkt op dat ding. Zo is er de dodo bijvoorbeeld. Zegt dat het moment iemand het ziet, men onmiddellijk ziet dat het “lijkt op een dodo”. Het zal die naam zonder twijfel moeten blijven dragen. Het bezorgt mij hartzeer erover te tobben, en het doet in ieder geval geen goed. Dodo! Het lijkt niet meer op een dodo dan mij.
Woensdag
Bouwde me een beschutting tegen de regen, maar kon het niet voor mezelf hebben in alle rust. Het nieuwe wezen drong binnen. Toen ik het probeerde buiten te zetten, verloor het water door de gaten waar het mee kijkt, en veegde het weg met de rug van de klauwen, en maakte een geluid zoals sommige andere dieren doen als zij angstig zijn. Ik wou dat het niet praatte; het praat altijd. Dat klinkt als een goedkoop smijten naar het arme schepsel, eens met, maar dat bedoel ik niet zo. Ik heb de menselijke stem nooit eerder gehoord, en elk nieuw en vreemd geluid dat zichzelf opdringt aan de plechtige stilte van de dromen van eenzaamheid ergert mijn oor en lijkt een valse noot. En dit nieuw geluid is zo dicht bij mij; het is vlakbij me, aan mijn schouder, vlakbij mijn oor, eerst aan de ene kant en dan aan de andere, en ik ben alleen maar gewoon aan geluiden die min of meer veraf zijn.
Vrijdag
Het geven van namen gaat gewoon verder, ondanks alles dat ik kan doen. Ik had een zeer goede naam voor het landgoed, het was muzikaal en leuk – HOF-VAN-EDEN. Voor mezelf gebruik ik deze naam nog steeds, maar niet langer in het openbaar. Het nieuwe wezen zegt dat het allemaal bos en rotsen en uitzichten zijn, en dan ook geen enkele gelijkenis vertoont met een hof. Zegt dat het lijkt op een park, en niet lijkt op iets anders dan een park. Zonder mij te vragen, heeft zij het een nieuwe naam gegeven – NIAGARA FALLS PARK. Dat is voldoende overdreven lijkt het mij. En er is al een plakkaat opgehangen:
HET GRAS NIET BETREDEN
Mijn leven is niet zo gelukkig als het was.
Zaterdag
Het nieuwe schepsel eet te veel fruit. We gaan waarschijnlijk zonder komen. Weer “we” – dat is een woord van het wezen, het mijne ook nu, omdat ik het zo vaak gehoord heb. Veel mist vanmorgen. Ik ga zelf niet uit in de mist. Het nieuwe wezen doet dat wel. Het gaat uit in elk weer, en strompelt weer binnen met modderige voeten. En praat. Het was hier vroeger zo aangenaam en rustig.
Zondag
Heb me erdoor gesleept. Het wordt hoe langer hoe meer pro-beren. Het werd in november nog maar verkozen en apart gezet, als een rustdag. Ik had er tevoren al zes. Vanmorgen vond ik haar aan de verboden boom, proberend de appels uit de boom te gooien met klompen grond.
×